Als je de beschikking hebt over een infrarood camera, dan kan je daar leuke testjes mee doen die inzicht opleveren. Als je op een heldere avond of nacht de temperatuur probeert te meten van de atmosfeer, zal je zien dat deze heel koud lijkt. Dat is ook zo maar wat je meet is niet de temperatuur op een klein plekje maar over een heel groot vlak. Een infraroodmeter meet de straling en rekent het terug aan de hand van de formule (van Stefan Boltzmann) zie hiervoor Theorie uitstraling. De infraroodmeter is echter beperkt en in bovenstaand voorbeeld rond de -40°C. Je kunt dan in onderstaande plaatjes zien dat de warmste plek 11 graden is en de koudste, de atmosfeer, – 40°C.
In het onderstaande plaatje kijken we verder en dan recht omhoog. Het blijkt dan dat de temperatuur lager wordt naarmate je rechter omhoog kijkt. Dat is ook logisch. Als je schuin door de atmosfeer kijkt, is de weg langer en kom je meer lucht/watermoleculen tegen die de temperatuur weer hoger maken.
De temperatuur laag bij de grond is namelijk hoger en hoe hoger gemeten wordt, hoe lager de temperatuur. Schuin betekent dus veel moleculen met een hogere temperatuur.
Als er wolken zijn neemt de temperatuur toe
Wolken, bomen en huis zijn allemaal hoger in temperatuur.